Het is een blijde dag
Gedichten over geluk
.
Hoewel kunstenaars moeten lijden (zo heb ik altijd begrepen, opdat ze hun beste kunst kunnen maken) en dat ongetwijfeld ook geldt voor dichters zijn er gelukkig ook veel dichters die over het geluk hebben geschreven. Nu is het begrip ‘geluk’ voor vele interpretaties vatbaar. Wikipedia zegt dit over geluk:
Geluk (of gelukkig zijn) kan worden omschreven als het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden. Hierbij kunnen er verschillende positieve emoties aanwezig zijn, zoals vreugde, vredigheid, ontspannenheid en vrolijkheid. Gelukkig zijn is het tegengestelde van ongelukkig zijn, wat bestaat uit een gevoel van ontevredenheid en vaak samengaat met depressie, overspannenheid, woede of verdriet.
Twee kanten van de medaille dus. In de bundel ‘Het is een blijde dag’ Romantische dichters over geluk, uit 1986 staan louter gedichten over de vreugdevolle, de ontspannen, vrolijke en vredige kant van de medaille. De romantische dichters schreven hun poëzie in een periode die in de eerste decennia van de 19e eeuw viel. De naam Romantici werd in de 19e eeuw voor het eerst gebezigd door tegenstanders van het genre in Duitsland die het over de nieuwe school van zogenaamde romantici hadden.
De Nederlandse dichters in deze bundel leefden dan ook allemaal in het einde van de 18e en begin tot het einde van de 19e eeuw. Beroemde namen als J.H. Leopold, Frederik van Eeden, Herman Gorter, Guido Gezelle en Jacques Perk zijn vertegenwoordigd. Ik koos voor het gedicht ‘Aan een jonge visser’ van Jacob Israël de Haan (1881 – 1924).
.
Aan een jonge visser
.
Rozen zijn niet zo schoon als uwe wangen,
Tulpen niet als uw blote voeten teer,
En in geen ogen las ik immer meer
Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen.
.
Achter ons was de eeuwigheid van de zee,
Boven ons bleekte grijs de eeuwige lucht,
Aan ’t eenzaam strand dwaalden alleen wij twee,
Er was geen ander dan het zeegerucht.
.
Laatste dag samen, ik ging naar mijn Stad.
Gij vaart en vist tevreden, ik dwaal rond
en vind in stad noch stiller landstreek wijk.
.
Ik ben zó moede, ik heb veel liefgehad.
Vergeef mij veel, vraag niet wat ik weerstond,
En bid dat ik nooit voor uw schoon bezwijk.
.
Geplaatst op 12 mei 2020, in Dichtbundels, Favoriete dichters, Gedichten in thema's en getagd als 1881, 18e eeuw, 1924, 1986, 19e eeuw, Aan een jonge visser, Depressie, dichtbundel, dichter, dichters, eerste decennia 19e eeuw, Frederik van Eeden, gedicht, gedichten, gedichten over geluk, gedichtenbundel, Geluk, Guido Gezelle, Herman Gorter, Het is een blijde dag, J.H. Leopold, Jacob Israël de Haan, Jacques Perk, Omniboek, ongeluk, ontspannenheid, overspannenheid, poëzie, poëzie in thema's, poëziebundel, romantici, romantische dichters, twee kanten, verdriet, verzamelbundel, vredigheid, vreugde, vrolijkheid, woede. Markeer de permalink als favoriet. 1 reactie.
Gelukkig wordt het tegengestelde ook genoeg beweerd, kunstenaars hoeven helemaal niet te lijden voor ze kunst kunnen maken. Kunst kan wel helpen als men lijdt, maar dat is een andere uitspraak. In ieder geval, bedankt voor het gedicht weer 🙂