Bestond ik uit taal niet
Anton Korteweg
.
Dichter en neerlandicus Anton Korteweg (1944) was hoofdconservator van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag. Ik ken Anton ook als één van de leden van het comité van aanbeveling van het Maarten ’t Hart Documentatiecentrum. Maar velen kennen hem als dichter van inmiddels meer dan 15 dichtbundels.
In de bundel ‘Ze kwamen om een dichter te zien’ een keuze uit veertig jaar Poetry International, zijn twee gedichten van Korteweg opgenomen. Het eerste ‘Bestond ik uit taal niet’ uit 1994, toont aanvankelijk nogal gecompliceerd van taal maar na een paar keer gelezen te hebben valt het kwartje en blijkt de intelligente manier van schrijven van Korteweg.
.
Bestond ik uit taal niet
.
Bestond ik uit taal niet, ik moest me niet denken.
Taal is een ziekte, kondigt de dood aan.
Er valt niet te stoeien; men worstelt vergeefs.
.
Gezonden zijn, hoeven niet zich te schrijven.
Praten niet eens met zichzelf. Ze zijn als
wie langs het strand, dat is leeg en van hen, rent.
.
Zwijgende zee; een hemel die dicht is.
pratende mond niet, geen denkend hoofd.
Er rent maar een lichaam van benen.
.
Geplaatst op 8 december 2015, in Favoriete dichters en getagd als 1944, 1994, Anton Korteweg, comité van aanbeveling, Den Haag, dichter, gedicht, gedichten, Nationaal Documentatiecentrum Maarten 't Hart, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Neerlandicus, poëzie, poetry international, veertig jaar, Ze kwamen om een dichter te zien. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.
Een reactie plaatsen
Comments 0