De muze op zee
Een bloemlezing
.
De inleiding van de bloemlezing ‘De muze op zee’ begint met de zin: Wij zijn een zeevarend volk. Het is dan ook niet vreemd dat er een bundel met ‘zeegedichten’ is samengesteld. Adriaan Morriën heeft deze bloemlezing met Nederlandse dichters met gedichten over de zee samengesteld ter gelegenheid van de Boekenweek 1951. Eigenlijk is het een Boekenweek uitgave voor jonge mensen, zoals op de titelpagina staat te lezen. Uitgegeven door de commissie voor de propaganda van het Nederlandse boek, de voorganger van de huidige CPNB, de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels.
Hij eindigt zijn inleiding net de woorden; ‘Moge deze bloemlezing niet alleen de vaderlandse liefde tot de zee, maar ook de, ik zou bijna zeggen, onvaderlandse liefde tot de poëzie aanwakkeren.’
Een mooi en nobel streven. Ik weet niet of dit destijds gelukt is maar deze bloemlezing staat vol prachtige poëzie van onbekende dichters tot de groten uit ons taalgebied als Slauerhoff, Vasalis, Greshoff en Marsman. Aangevuld met fijne illustraties in zwart/wit van de hand van Fons Montens.
Een keuze maken uit zoveel mooie gedichten is niet eenvoudig dus heb ik gekozen voor twee gedichten uit deze bloemlezing, een van Achterberg en een van J.B. Charles.
.
Marsman
.
Juli 1940
Misschien dat eens de parelvisschers van Bizet hem vinden,
zooals hij neerligt op den bodem van den Oceaan
met centenaren water boven zich. Hij ziet de booten gaan
van Duitschland, engeland, Amerika en Insulinde
binnen zijn oogen als het ware; tot het jongst gericht.
.
Dan zullen wij hem op de waterheuvelen zien staan,
zeggend tegen de hoogste sterren dood’s diepzeegedicht
.
G. Achterberg
.
Een suite van de zee
.
De groene zee is mijn vriendin,
ik rust bij haar en speel er in,
en voor mijn onbevreesde voeten, geplant
op de verste vaste rand,
dit brosse gele suikerzand van ’t strand,
spoelt zij ze aan, de lieflijke geschenken
waarvan de zilte geur aan haar doet denken,
aan haar en aan zoveel in haar besloten dingen:
het wier, een Spaanse fles en schelpen
waarin de meermin en de eeuwigheid
tweestemmig zingen.
.
J.B. Charles
.
Geplaatst op 6 april 2015, in Dichtbundels, Favoriete dichters en getagd als 1951, Adriaan Morriën, bekende dichters, Bloemlezing, Boekenweek, boekenweek-uitgave, commissie voor de propaganda van het Nederlandse boek, CPNB, De muze op zee, dichtbundel, dichter, dichters, Een suite van de zee, Fons Montens, G. Achterberg, gedicht, gedichten, gedichten over de zee, Greshoff, illustraties, J.B. Charles, Marsman, onbekende dichters, poëzie, Slauerhoff, Vasalis, Veereniging ter bevordering van de belangen des boekhandels, voor jonge mensen. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.
Een reactie plaatsen
Comments 0