Bijna vergeten dichter
A. Marja
.
A. Marja (1917 – 1964), een pseudoniem van Arend Theodoor Mooij, valt als dichter niet bij een groep in te delen. Hij keert zich tegen de Vijftigers. Merkwaardig genoeg hanteert hij sindsdien naast de sonnetvorm ook het zogenaamde vrije vers van die stroming. De dichter publiceert zijn verzen in literaire tijdschriften als Groot Nederland, De Gids en Maatstaf. Ook de kritieken zijn dikwijls positief. Dat geldt niet voor zijn laatste bundels, die ‘voorspelbaar’ worden genoemd.
Vanaf zijn debuut ‘Stalen op zicht’ in 1937 publiceerde A. Marja 19 poëziebundels, proza, toneelwerken en vertalingen. Marja wordt door sommigen tot de Groninger school gerekend. Marja maakte furore met zijn practical jokes, rigoureuze grappen die hij uithaalde met collega-dichters en schrijvers, die hem niet altijd in dank werden afgenomen.
.
Een psychiater
Soms als er iemand op zijn divan ligt
zich los te kronkelen uit een neurose,
begint hij aan zijn binnenkant te blozen
om wat er gaapt tussen zijn overwicht
en ’t knaapje dat nog altijd in hem leeft
met spillebenen, lokken, meide-kleren
en, later, dat hardnekkig masturberen
waarvan zijn moeder nooit geweten heeft.
De angst dat al die anderen ’t begrijpen
kan af en toe nog zijn testikels knijpen,
maar laat hem los zodra hij spreekuur heeft.
Alleen die blos – omdat wie tot hem komen
niet weten hoe de droesem hunner dromen
cement wordt waarmee hij zijn vesting bouwt.
.
Geplaatst op 11 december 2014, in (bijna) vergeten dichters en getagd als (bijna) vergeten dichters, 1917, 1937, 1964, A. Marja, Arend Theodoor Mooij, De Gids, Den Haag, dichter, Een psychiater, gedicht, gedichten, Groninger school, Groot Nederland, Maatstaf, poëzie, practical jokes, rigoreuze grappen, sonnetvorm, Stalen op zicht, vrije vers. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.
Een reactie plaatsen
Comments 0